Dit is absoluut een van mijn favoriete recepten. Het werkt supergoed in de zomer door de citroen, maar zelfs in de winter kan je me hiermee dolgelukkig maken. (Behalve de honing kun je dan ook wat warme kruiden aan het recept toevoegen, maar ik vind hem zo ook super!) Het is bij mijn vrienden een recept geweest waar vaak naar gevraagd werd, omdat het zo simpel doch heerlijk is!
Het is een aanpassing van een recept van Bill Granger, er is weinig van het origineel over qua ratio en hij gebruikte kippenpootjes – maar credit where it’s due.
Ik heb er voor gekozen om kippendijen te gebruiken – kippenbout kan ook. Kippendij is het stukje vlees van de kip met de meeste smaak. Als je het met bot er in koopt is het inderdaad pulken, maar dat boeit mij niet zo. Bij de slager kan je gewoon kippendij zonder bot krijgen. Soms wordt het ook wel kipkarbonade genoemt.
Verwarm de oven voor tot 200°C.
Wrijf 4 kippendijen in met ½ tl zeezout. Leg in een braadslede – het liefst iets verhoogt – en bak 30 minuten.
In de tussentijd snijd je 2 tenen knoflook in plakjes en pers je het sap uit 1 citroen (ca 60 ml of 4 el). Meng dit met 60 g honing (ook ca 4 el) tot de honing opgelost is. Verwarm even zachtjes in pan of magnetron zodat de knoflook smaak afgeeft. Het mag best een beetje koken, maar mag geen dikke stroop worden. Giet het mengsel dan door een zeef zodat je de knoflook verwijderd.
Als de kip bruin en knapperig is (indien nodig langer bakken) giet je het bakvocht in een schaaltje en lak je het citroen/honingmengsel. Bak de kip nog 20 minuten. Herhaal eventueel nog 1 à 2 keer.
Meng het kippenvocht met de marinade: dipsaus!
Als je de marinade in een vuurvast bakje in de oven mee laat bakken zal deze reduceren en zorg je er ook voor dat je geen salmonella verspreid! Zorg wel dat hij minstens 10 minuten boven de 100°C is geweest na je laatste keer ‘dippen’.Serveer met wat citroenpartjes en een salade.